De hulpverwarming bestaat uit een pomp, een brander, een ventilator, een dikke buis en bedrading. De pomp zuigt de brandstof in de brander waar deze ontbrandt. Hete lucht wordt door de ventilator in het interieur geblazen, terwijl de brander de radiator verwarmt om de motor te verwarmen. Daardoor kan er beter worden gestart met koude motor.
De hulpverwarming vereist slechts 0,1 tot 0,3 liter brandstof per verwarmingscyclus. Bovendien wordt dit verbruik bespaard als de motor wordt voorverwarmd. Zodra de hulpverwarming is geïnstalleerd verbruikt deze bijna niets.