Autoalarmen hebben verschillende functies, afhankelijk van het gekozen model. Als u ziet dat een kwaadwillende persoon uw auto nadert, kunt u met een afstandsbediening alle alarmen op afstand activeren.
Autoalarmen hebben drie componenten:
- Een centrale alarmunit: dankzij de centrale alarmunit kunt u het alarmsysteem naar wens inschakelen of uitschakelen.
- Een afstandsbediening: hiermee kunt u het centrale autoalarm op afstand bedienen. Afhankelijk van de situatie bestaan er verschillende afstandsbedieningen
- Een sirene: deze gaat af bij een poging tot inbraak of autodiefstal.
Sommige alarmen schakelen onmiddellijk het contactslot van het voertuig uit, waardoor het niet meer kan starten. Anderen schakelen het uit met een vertraging van enkele minuten nadat het alarm is afgegaan. Tot slot verhinderen sommige alarmen ook dat het voertuig opnieuw start.
Bij de meest geavanceerde modellen is het alarm uitgerust met een volumetrische sensor en een impactsensor. De meeste van de nieuwste alarmsystemen zijn draadloos en worden geactiveerd met een afstandsbediening.