De driepuntsgordel, die eind jaren zestig werd ingevoerd, is een essentiële veiligheidsuitrusting.
Nils Bohlin is een Zweedse ingenieur die deze veiligheidsvoorziening voor Volvo heeft ontwikkeld. De eerste keer dat een driepuntsgordel werd gebruikt, was op 13 augustus 1959 op het productievoertuig PV544.
Volvo onderkende onmiddellijk de vooruitgang die de moderne veiligheidsgordels betekenden en publiceerde patenten om de uitvinding te beschermen, zodat andere autofabrikanten hun voertuigen ermee konden uitrusten.
Veiligheidsgordels zijn ontworpen om de gevolgen van verkeersongevallen te beperken en de inzittenden te beschermen. Ze worden gebruikt om de passagiers op hun plaats te houden zodat ze bij een botsing niet naar voren worden geslingerd.
Zonder gordel kan een botsing met 50 km/u bijvoorbeeld dodelijk zijn, maar met gordel kan dezelfde botsing met 50 km/u lichte verwondingen veroorzaken. Daarom is het belangrijk om de veiligheidsgordel om te doen telkens wanneer u in de auto stapt.
Veiligheidsgordels bestaan uit verschillende onderdelen:
- De riem
- De spoel
- De riemgesp
- De riemhouder
Het principe van de veiligheidsgordel is gebaseerd op drie bevestigingspunten die de passagiers bij een botsing op hun plaats kunnen houden. De veiligheidsgordel loopt over de borst en de buik omdat deze twee delen het sterkst zijn.
Momenteel zijn er twee soorten veiligheidsgordels.
Intrekbare veiligheidsgordel
Dit mechanische systeem is veerbelast, wat een continue spanning mogelijk maakt. Als de auto kantelt, vergrendelt het systeem automatisch.
Veiligheidsgordel met gordelspanner
Dit elektronische systeem past bij een botsing een spankracht toe om de passagiers op hun plaats te houden. Voor de werking worden sensoren geplaatst om snelheid en impact in real time te detecteren. Dit tweede systeem is efficiënter en veiliger.