De richtingaanwijzers, waarmee de bestuurder andere weggebruikers kan waarschuwen dat hij/zij wil inhalen, van rijbaan wil wisselen of naar rechts of links wil afslaan, worden weergegeven door twee groene pijlen die naar links en rechts op het dashboard wijzen. Dit signaleringsmiddel is onmisbaar.
Richtingaanwijzers bevinden zich aan de voor- en achterzijde van uw voertuig en behoren tot de standaarduitrusting. Dit zijn zeer belangrijke veiligheidsvoorzieningen die werken als alarmlichten om aan te geven dat u van richting wilt veranderen, wilt inhalen, wilt stoppen of een parkeerplaats wilt verlaten.
Hun reglementaire kleur is oranje. Als het plastic van de richtingaanwijzer helder is, is het de lamp (type PY21W), als de lamp wit is (type P21W), is het de richtingaanwijzer zelf.
Door beschadigde of verouderde richtingaanwijzers kunnen andere weggebruikers signalen missen, waardoor hun veiligheid en die van u in gevaar komt. Om dit te voorkomen kan een persoonlijke diagnose van het controlelampje worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door een visuele test voor een raam uit te voeren of door de alarmlichten aan te zetten.